Yoga Sutras 3.50-3.52: Afstand doen (Renunciation) en Bevrijding
YOGA SUTRAS 3.50-3.52 AFSTAND DOEN, DAT KAIVALYA OF BEVRIJDING BRENGT
3.50 Voor diegenen die gevestigd zijn in de kennis van het onderscheid tussen het puurste aspect van de mind en bewustzijn zelf, komt er beheersing over alle vormen of staten van het bestaan, evenals over alle vormen van weten.
sattva purusha anyata khyati matrasya sarva-bhava adhisthatrittvam sarva-jnatritvam cha
[Opmerking: in sommige uitvoeringen is dit sutra 3.48 of 3.49]
sattva = zuiverheid aspect van de het veld van de mind of chitta, subtiele individuatie, puurste aspect van buddhi
purusha = puuur bewustzijn
anyata = onderscheid tussen, verschil
khyati = door kennis, visie, onderscheidingsvermogen, juiste kennis, duidelijkheid, bewustwording
matrasya = alleen, louter
sarva-bhava = over alle staten/toestanden of vormen van bestaan, almacht (sarva = alle; bhava = staten/toestanden of vormen van bestaan)
adhisthatrittvam = heerschappij, oppermacht, beheersing
sarva-jnatritvam = alwetendheid (sarva = alle; jnatritvam = wetendheid)
cha = en
3.51 Door ongehechtheid, zelfs naar die beheersing over vormen en staten van het bestaan en de alwetendheid (3.50), worden de zaadjes die de basis zijn van die gehechtheden vernietigd; zodoende wordt absolute bevrijding bereikt.
tad vairagya api dosa bija ksaya kaivalyam
[Opmerking: in sommige uitvoeringen is dit sutra 3.49 of 3.50]
tad = dat
vairagya = begeerteloosheid, niet-gehechtheid, onthechting
api = ook, zelfs
dosa = aangetast worden, onzuiverheden, gebondenheid, defect, onvolmaaktheid
bija = zaadje
ksaya = met de verwijdering, vernietiging
kaivalyam = absolute bevrijding, onafhankelijkheid, vrijheid
3.52 Wanneer je wordt uitgenodigd door de hemelse wezens, zou er in de mind geen enkele reden mogen opkomen om dit aanbod te accepteren óf om de glimlach van trots van het ontvangen van de uitnodiging toe te staan, omdat het toestaan van het opkomen van zulke gedachten wederom de mogelijkheid creëert om ongewenste gedachten en handelingen te herhalen.
sthani upanimantrane sanga smaya akaranam punuh anista prasangat
[Opmerking: in sommige uitvoeringen is dit sutra 3.50 of 3.51]
sthani = hemelse wezens, die met hoge spirituele positie, goden (die de leiding hebben), devas
upanimantrane = uitnodiging, worden uitgenodigd door
sanga = associatie, tezamen komen met, acceptatie, bevestiging
smaya = trots, glimlach van geluk
akaranam = geen oorzaak, geen reden voor actie, niet koesteren/vermaken met
punuh = opnieuw, herhalen, vernieuwen, te doen herleven
anista = ongewenst
prasangat = de mogelijkheid om gevangen te raken of een connectie te hebben, herhaling, heropleving
De yogasutras en hun woord voor woord vertaling zijn met toestemming vertaald van www.swamij.com