Yoga Sutras 3.9-3.16: Observeer Subtiele Transities

 
 

YOGA SUTRAS 3.9-3.16 OBSERVEREN VAN SUBTIELE TRANSITIES MET SAMYAMA

3.9 Dat hoge niveau van beheersing, genaamd nirodhah-parinamah, vind plaats in het moment van transitie wanneer de opkomende tendens van diepliggende indrukken, de terugtrekkende tendens en de aandacht van het veld van de mind zelf, in één punt samenkomen.
vyutthana nirodhah samskara abhibhava pradurbhavau nirodhah ksana chitta anvayah nirodhah-parinamah

  • vyutthana = opkomst, omhoogkomende, stijgende

  • nirodhah = bemeestering, coordinatie, controle, regulatie, opzij zetten van

  • samskara = diepliggende subtiele indrukken, afdrukken in het onbewuste, diepste gewoonten

  • abhibhava = verdwijning, terugtrekken

  • pradurbhavau = manifesteren, verschijning

  • nirodhah = bemeestering, coordinatie, controle, regulatie, opzij zetten van

  • ksana = met het moment, instant, oneindig kleine tijd (3.53)

  • chitta = van het bewustzijn van het veld van de mind

  • anvayah = in verband brengen met, samenkomen

  • nirodhah-parinamah = transitie naar nirodhah (nirodhah = bemeestering, coordinatie, controle, regulatie, opzij zetten van (1.2); parinamah = transitie, transformatie, verandering, resultaat, gevolg, mutatie effect, wijziging) (2.15)

 

3.10 De constante flow van deze staat (nirodhah-parinamah) blijft aanhouden door het creëren van diepliggende indrukken (samskaras) die ontstaan door het doen van practice.
tasya prashanta vahita samskarat

  • tasya = zijn/haar (verwijzend naar de mind in de staat van nirodhah-parinamah, in de laatste sutra)

  • prashanta = ongestoord, constante, ononderbroken, vreedzaam, rust, rustig

  • vahita = stroom

  • samskara = subtiele indrukken, afdrukken in het onbewuste, diepste gewoonten

 

3.11 De beheersing genaamd samadhi-parinamah is de transitie waarbij de tendens naar veel-puntigheid afneemt terwijl de tendens naar één-puntigheid opkomt.
sarvarathata ekagrata ksaya udaya chittasya samadhi-parinamah

  • sarvarathata = veel-puntigheid, al-puntigheid, ervaren van alle punten

  • ekagrata = één-puntigheid

  • ksaya = dalende, afnemende, vernietiging, verval

  • udaya = stijgen, opstijgen

  • chittasya = van het bewustzijn van het veld van de mind

  • samadhi-parinamah = transitie naar samadhi (samadhi = meditatie in zijn hogere staat, diepe absorptie van meditatie, de staat van geperfectioneerde concentration; parinamah = transitie, transformatie, verandering, resultaat, gevolg, mutatie effect, wijziging)

 

3.12 De beheersing genaamd ekagrata-parinamah is de transitie waarbij diezelfde één-puntigheid achtereenvolgens opkomt en afneemt.
tatah punah shanta-uditau tulya-pratyayau chittasya ekagrata-parinimah

  • tatah = dan

  • punah = opnieuw, opeenvolgend

  • shanta-uditau = afnemen en opkomen, verleden en heden

  • tulya-pratyayau = met soortgelijke

  • chittasya = van het bewustzijn van het veld van de mind

  • ekagrata-parinimah = transitie van één-puntigheid (ekagrata = één-puntigheid; parinamah = transitie, transformatie, verandering, resultaat, gevolg, mutatie effect, wijziging)

 

3.13 Deze drie processen van transitie verklaren ook de drie transformaties van vorm, tijd en eigenschappen, en hoe deze zich verhouden tot de materiële elementen en zintuigen.
etena bhuta indriyasau dharma laksana avastha parinamah vyakhyatah

  • etena = deze, door deze

  • bhuta = elementen

  • indriyasau = mentale organen van handelen en waarnemen (indriyas)

  • dharma = vorm eigenschapen

  • laksana = van tijd, time-factor, eigenschappen van tijd, tijdskenmerken

  • avastha = staat van oud of nieuw, conditie

  • parinamah = transitie, transformatie, verandering, resultaat, gevolg, mutatie effect, wijziging

  • vyakhyatah = zijn beschreven, uitgelegd

 

3.14 Er is een ongemanifesteerd, onbeschrijfelijke substratum, dat de basis is van alle vormen en eigenschappen en dat in al deze vormen of eigenschappen aanwezig is.
shanta udita avyapadeshya dharma anupati dharmi

  • shanta = latent verleden

  • udita = voortkomen, opkomen

  • avyapadeshya = onbeschrijfelijke, onvoorspelbaar, ongemanifesteerde

  • dharma = vorm, kwaliteit, eigenschappen

  • anupati = volgen, gemeenschappelijke, in overeenstemming met alle, bevatten

  • dharmi = het object dat de eigenschappen, substraat, bestaan

 

3.15 Verandering in de reeks van de eigenschappen is de oorzaak voor de verschillende verschijningen van resultaten, consequenties, of effecten.
krama anyatvam parinamah anyatve hetu

  • krama = volgorde, successie, orde, reeks

  • anyatvam = onderscheidbaarheid, verschillende fasen

  • parinamah = transitie, transformatie, verandering, resultaat, gevolg, mutatie effect, wijziging, natuurlijke wet of functie van natuur

  • anyatve = voor de onderscheidbaarheid, differentiatie

  • hetu = de oorzaak

 

3.16 Door samyama op de drie transities in vorm, tijd en eigenschappen, volgt kennis van het verleden en de toekomst.
parinimah traya samyama atita anagata jnana

  • parinimah = transitie, transformatie, verandering, resultaat, gevolg, mutatie effect, wijziging

  • traya = drie

  • samyama = dharana (concentratie), dhyana (meditatie), en samadhi tezamen

  • atita = verleden

  • anagata = toekomst

  • jnana = kennis

De yogasutras en hun woord voor woord vertaling zijn met toestemming vertaald van www.swamij.com