Yoga Sutras 2.30-2.34: Yamas en Niyamas
YOGA SUTRAS 2.30-2.34 YAMAS EN NIYAMAS, STAP #1 en #2
2.30 Geweldloosheid of niet-schaden (ahimsa), waarheidsgetrouw (satya), onthouding van stelen (asteya), altijd bewust zijn van de allerhoogste werkelijkheid (brahmacharya) en begeerteloosheid, het beteugelen van de zintuigen door middel van niet-grijpen (aparigraha) zijn de vijf yamas, de commitments voor zelf-regulatie of beteugeling; en dit zijn de eerste van de acht stappen van Yoga.
ahimsa satya asteya brahmacharya aparigraha yama
ahimsa = geweldloosheid, niet-schaden, niet-pijn-doen
satya = waarheidsgetrouw, eerlijkheid
asteya = niet stelen, onthouding van diefstal
brahmacharya = wandelen in het bewustzijn van de hoogste realiteit, zelfbeheersing, herinneren van het goddelijke, het beoefenen van de aanwezigheid van God
aparigraha = begeerteloosheid, vrij zijn van bezitsdrang, vrij zijn van het vasthouden via zintuigen, vrij zijn van hebzucht, niet grijpen, vrij zijn van verwennerij
yama = codes van zelfbedwang, beteugeling, onthoudingen, zelfregulering
2.31 Deze commitments van zelf-regulatie of beteugeling vormen een geweldige gelofte wanneer deze universeel worden toegepast, en wanneer ze niet gelimiteerd worden door overwegingen in verhouding tot welk soort levende wezen dan ook, noch door plaats, tijd, of situatie.
jati desha kala samaya anavachchhinnah sarva-bhaumah maha-vratam
jati = type geboorte, soorten, staat van het leven
desha = ruimte, plaats
kala = tijd
samaya = omstandigheid, staat, overweging
anavachchhinnah = niet beperkt door
sarva-bhaumah = universeel, in alle niveaus (sarva = all; bhaumah = niveaus, gedeeltes, sferen)
maha-vratam = grote gelofte (maha = grote, geweldige; vratam = gelofte)
2.32 Reinheid en puurheid van het lichaam en mind (shaucha), een houding van tevredenheid (santosha), onthouding of training van de zintuigen (tapas), zelfstudie en reflecteren op de heilige woorden (svadhyaya) en een houding van overgave naar en in je eigen bron (ishvara pranidhana) zijn het inachtnemen of het beoefenen van zelf-training (niyamas) en zijn de tweede stap op de ladder van Yoga.
shaucha santosha tapah svadhyaya ishvarapranidhana niyamah
shaucha = puurheid van het lichaam en mind
santosha = tevredenheid
tapah = training van de zintuigen, ascese (boetedoeningen, ontzeggingen, afstand doen)
svadhyaya = zelfstudie en reflecteren op de heilige woorden
ishvara = creative bron, causaal veld, God, hoogste Guru of leraar,
pranidhana = het beoefenen van de aanwezigheid, inzet, toewijding, overgave van de vruchten van practice
niyamah = naleven of beoefening van zelf-training
2.33 Wanneer je gehinderd wordt in het beoefenen van deze commitments van zelf-regulatie of beteugeling (yamas) en het inachtnemen of beoefenen van zelf-training (niyamas), als gevolg van negatieve, ongezonde, storende of afwijkende gedachten, zouden principes in de tegenovergestelde richting, of de tegenovergestelde gedachte, moeten worden gecultiveerd.
vitarka badhane pratipaksha bhavanam
vitarka = vervelende/problematische gedachten, afwijkende (van de yamas en niyamas)
badhane = verstoord door, gehinderd door
pratipaksha = tegenovergestelde, tegengestelde gedachten of principles
bhavanam = cultiveren, aanwennen, nadenken over, contempleren over, reflecteren op
2.34 Acties die voortkomen uit zulke negatieve gedachten worden óf direct door onszelf uitgevoerd, óf worden veroorzaakt omdat ze via anderen uitgevoerd worden, óf worden goedgekeurd als ze door anderen uitgevoerd worden. Al deze acties kunnen voorafgaan aan, of uitgevoerd worden door boosheid, hebzucht, of verwarring, en kunnen licht, matig of intens zijn in aard. De tegenovergestelde gedachte of het principe in de tegenovergestelde richting, dat was aanbevolen in de vorige sutra, is jezelf eraan herinneren dat ‘deze negatieve gedachten en acties de reden zijn van eindeloze ellende en onwetendheid’.
vitarkah himsadayah krita karita anumoditah lobha krodha moha purvakah mridu madhya adhimatrah dukha ajnana ananta phala iti pratipaksha bhavanam
vitarkah = vervelende/problematische gedachten, afwijkende (van de yamas en niyamas)
himsadayah = schadelijk en de andere (himsa = schadelijk; adayah = enzovoort)
krita = uitgevoerd (door jezelf)
karita = veroorzaakt, worden gedaan (door andere)
anumoditah = ingestemd, goedgekeurd (wanneer het door andere gedaan wordt)
lobha = hebzucht, verlangen
krodha = boosheid
moha = waan, verwarring
purvakah = voorafgaan aan
mridu = mild, lichte
madhya = matig
adhimatrah = intens, extreem
dukha = ellende, pijn, lijden, verdriet
ajnana = onwetendheid (a =zonder; jnana = kennis/weten)
ananta = oneindig, zonder einde (an = on; anta = eind)
phala = vruchten, resultaten, effecten
iti = dus
pratipaksha = tegenovergestelde, tegengestelde gedachten of principles
bhavanam = cultiveren, aanwennen, nadenken over, contempleren over, reflecteren op
De yogasutras en hun woord voor woord vertaling zijn met toestemming vertaald van www.swamij.com