Yoga Sutras 2.1-2.9: Reduceren van Grove Kleuring
YOGA SUTRAS 2.1-2.9 HET REDUCEREN VAN GROVE KLEURINGEN DIE HET ZELF VERSLUIEREN
2.1 Yoga in de vorm van actie (kriya yoga) bestaat uit drie onderdelen: 1) het trainen en zuiveren van de zintuigen (tapas), 2) zelfstudie in de context van de leringen (svadhyaya), en 3) toewijding en loslaten naar én in de creatieve bron van waar we zijn ontsprongen (ishvara pranidhana).
tapah svadhyaya ishvara-pranidhana kriya-yogah
tapah = het accepteren van de zuiverende aspecten van de pijnlijke ervaringen, zuiverende acties, trainen van de zintuigen (tap= hitte, het heet hebben)
svadhyaya = zelf-studie in de context van teachings, het herinneren van heilig woord of mantra
ishvara = creatieve bron, causaal veld, God, hoogste Guru of leraar
pranidhana = het beoefenen van de aanwezigheid, inzet, toewijding, overgave van de vruchten van practice
kriya-yogah = yoga van practice, actie, praktische yoga
2.2 Deze Yoga van actie (kriya yoga) wordt beoefend om samadhi te cultiveren én om gekleurde gedachtepatronen (kleshas) te reduceren.
samadhi bhavana arthah klesha tanu karanarthah cha
samadhi = diepe absorptie van meditatie, de staat van volmaakte concentratie
bhavana = tot stand brengen, te cultiveren, ontwikkelen
arthah = ten behoeve van
klesha = gekleurd, pijnlijke, gekweld, onzuiver
tanu-karana = minimaliseren, verminderen, verzwakken
arthah = ten behoeve van
cha = en
2.3 Er zijn vijf soorten kleuringen (kleshas): 1) het vergeten, of de onwetendheid van de ware aard van dingen (avidya), 2) ik-heid, individualiteit, of egoïsme (asmita), 3) gehechtheid of verslaving van mentale indrukken of objecten (raga), 4) aversie naar gedachtepatronen of objecten (dvesha), en 5) liefde voor deze gehechtheden als zijnde het leven zelf, alsmede de angst van het verlies van deze gehechtheden als zijnde dood (abhinivesha).
avidya asmita raga dvesha abhinivesha pancha klesha
avidya = spiritueel vergeten, onwetendheid, (om)sluieren
asmita = geassocieerd met ik-heid
raga = aantrekking of getrokken worden, verslaving
dvesha = afkeer of weg duwen, haat
abhinivesha = weerstand tegen verlies, angst voor de dood van identiteit, verlangen naar continuïteit, vastklampen aan het leven van
pancha = vijf
klesha = gekleurd, pijnlijke, gekweld, onzuiver; ‘klish’ betekent het veroorzaken van problemen (‘klesha’ het zelfstandig naamwoord van het bijvoegelijk naamwoord klishta)
2.4 De bron van onwetendheid of het vergeten van de ware aard van dingen (avidya) is de basis vanwaaruit de andere kleuringen rijzen (kleshas), en zijn elk in één van deze vier staten: 1) slapend of inactief, 2) verzacht of verzwakt, 3) tijdelijk onderbroken of van gescheiden, of 4) actief en in verschillende gradaties gedachten of acties producerend.
avidya kshetram uttaresham prasupta tanu vicchinna udaranam
avidya = spiritueel vergeten, onwetendheid, (om)sluieren
kshetram = veld, broedplaats
uttaresham = voor de andere
prasupta = slapend, latent, zaadje
tanu = verzacht of verzwakt
vicchinna = afstand, gescheiden, afgesneden, onderschept, afwisselende
udaranam = volledig actief, opgewekt, aanhoudend
2.5 Onwetendheid (avidya) is er in vier soorten: 1) het vergankelijke aanzien voor het eeuwige, 2) het onzuivere verwarren voor het zuivere, 3) datgene dat lijden brengt zien als iets dat gelukkig maak, en 4) het aannemen van het niet-zelf als hét Zelf.
anitya ashuchi duhkha anatmasu nitya shuchi sukha atman khyatih avidya
anitya = niet-eeuwig, vergankelijk, kortstondig, vluchtig
ashuchi = onzuiver
duhkha = ellende, pijnlijk, treurig, lijden
anatmasu = niet-zelf, niet-atman
nitya = eeuwig, eeuwigdurende
shuchi = puur
sukha = geluk, aangenaam, prettig
atman = Zelf, ziel
khyatih = aannemen, in de veronderstelling te zijn, aanzien als
avidya = spiritueel vergeten, onwetendheid, (om)sluieren
Vidya is met kennis: Vidya betekent kennis, en in het bijzonder kennis van Waarheid. Het is niet slechts een mentale kennis, maar de spirituele realisatie die voorbij de mind gaat. Als “A” voor Vidya wordt geplaatst (zodat het Avidya wordt), dan betekent “A” zonder.
Avidya is zonder kennis: Dus, Avidya betekent zonder Waarheid of zonder kennis. Het is de eerste vorm van het vergeten van de spirituele Realiteit. Het is niet slechts een gedachtepatroon in de gebruikelijke manier van een gedachtepatroon. Integendeel, het is het grondbeginsel van het contact verliezen met de Realiteit van het zijn van de oceaan van Eenheid, van puur Bewustzijn.
Betekenis van onwetendheid: Avidya wordt meestal vertaald als onwetendheid, wat een goed woord is, zolang we de subtiliteit van de betekenis maar in gedachten houden. Het is niet een kwestie van meer kennis vergaren, zoals op school, waarbij je toewerkt naar een diploma. Integendeel, onwetendheid is iets dat verwijderd wordt, zoals het verwijderen van wolken die het zicht verhinderen. Dan, met de onwetendheid (of wolken) verwijderd, zien we de kennis, ofwel Vidya, helder.
Zelfs in het Engels, zit dit principe in het woord “ignorance” [Nederlands: onwetendheid]. Merk op dat dit woord opgebouwd is uit “ignore”, dat niet noodzakelijk negatief is [ignore betekent negeren, eenzelfde soort principe zit dus ook in het Nederlands: onwetendheid heeft niet-weten in zich, het niet meer weten van je ware Zelf]. De vaardigheid om te negeren geeft de mogelijkheid om te focussen. Stel je voor dat je in een druk restaurant bent en een gesprek hebt met een vriend. Luisteren naar je vriend betekent zowel focussen op luisteren, als het negeren van andere gesprekken om je heen. Op het pad van Zelfrealisatie, echter, willen we voorbij de sluier van onwetendheid gaan, niet langer negeren en alleen nog helder zien.
Avidya is het verwarren van het één voor het ander
Tijdelijkheid <-- --> Eeuwigheid
Onzuiver <-- --> Zuiver
Pijnlijk <-- --> Plezierig
Niet-zelf <-- --> Zelf
Avidya is de basis voor de andere kleuringen: Avidya is als een doek, als een scherm waarop een film afgespeeld kan worden. Het is de basis waaruit de andere vier kleuringen–die verderop beschreven worden–voortkomen. Avidya (onwetendheid) is min of meer het maken van een vergissing, waardoor het één verward wordt met het ander. Vier belangrijke vormen daarvan zijn:
• Tijdelijkheid aanzien voor eeuwigheid: Bijvoorbeeld, denken dat de aarde en de maan blijvend zijn, je gedragen alsof al je bezittingen permanent van jou zijn, vergeten dat dit alles zal verdwijnen en dat ons zogenaamde eigenaarschap alleen maar relatief is.
• Het onzuiver voor het zuiver houden: Bijvoorbeeld, geloven dat onze gedachten, emoties, meningen of beweegredenen in relatie tot onszelf, iemand anders of een situatie altijd zuiver en alleen goed, gezond en spiritueel zijn, terwijl ze eigenlijk een mengsel zijn van neigingen en genegenheden.
• Pijnlijk verwarren voor plezierig: Bijvoorbeeld, in sociale, familie en culturele situaties zijn er vele acties die lijken gevuld te zijn met plezier, maar die later als je erop terugkijkt pijnlijk gevonden worden.
• Denken dat de niet-zelf de zelf is: Bijvoorbeeld, kunnen we denken dat ons land, onze naam, ons lichaam, beroep of diepliggende aanleg is “wie ik ben” en dit verwarren met wie ik in de diepste lagen werkelijk ben, in de laag van onze eeuwige Zelf.
Zowel op grote als kleine schaal: Als je reflecteert op deze vormen van Avidya, dan zal je merken dat ze toepasbaar zijn op zowel grote als kleine schaal, zoals de tijdelijkheid van zowel de planeet aarde, als van het object dat we in onze hand houden. En hetzelfde geldt voor de andere vormen.
Avidya maakt dat we allereerst verstrikt raken: In relatie tot afzonderlijke gedachtepatronen, is het Avidya (spiritueel vergeten) dat het mogelijk maakt dat we verstrikt raken in de gedachte. Als, op het moment dat een gedachte opkomt, er ook complete spiritueel bewustzijn (Vidya) of Waarheid is, dan is er simpelweg geen ruimte voor de “ik-heid” om betrokken te raken, noch voor aantrekking, aversie, of angst. Dan zou er slechts spiritueel bewustzijn zijn tezamen met een stroom van indrukken die geen kracht hadden om de aandacht onder hun heerschappij te krijgen. Het getuigen van deze Avidya (spiritueel vergeten) in relatie tot gedachten is de oefening hier.
2.6 De kleuring (klesha) van “ik-heid” of egoïsme (asmita), wat voortvloeit uit onwetendheid, ontstaat door de vergissing om het intellect (buddhi, die weet, besluit, beoordeeld en onderscheidt) voor het pure bewustzijn (purusha/drig) aan te zien.
drig darshana shaktyoh ekatmata iva asmita
drig = bewustzijn zelf als de kracht van zien (purusha) dris; betekent zien
darshana-shaktyoh = het instrument van zien, kracht van intellect of buddhi om te observeren (darshana = zien; shakti = kracht)
ekatmata = identiteit, met zichzelf (eka = één; atmata = identiteit)
iva = lijkt te zijn, blijkbaar als
asmita = ik-heid
De aard van ik-heid: Asmita is de meest subtiele vorm van individualiteit. Het is geen ik-ben-heid, als wanneer we zeggen “ik ben een man of vrouw” of “Ik ben een persoon van dit of dat land”. Integendeel, Asmita is de ik-heid die nog geen enkele van dat soort identiteiten heeft aangenomen.
De vergissing denken dat het over mij gaat: Als we echter ik-heid of Asmita zien als een kleuring, een klesha, dan zien we dat er een soort vergissing is gemaakt. De vergissing is dat het gedachtepatroon over het object ten onrechte geassocieerd is met ik-heid (Asmita) en dus zeggen we dat het gedachtepatroon een klishta gedachtepatroon, of een klishta vritti, is.
Het beeld in de mind is niet neutraal: Beeld een gedachte in die niet gekleurd is door ik-heid. Een dergelijke niet-gekleurde gedachte zal geen mogelijkheid hebben om je mind tijdens meditatie af te leiden, of je handelingen beheersen. Er zijn eigenlijk veel van dat soort neutrale gedachtepatronen. We komen bijvoorbeeld in het dagelijks leven veel mensen tegen die we wellicht herkennen, maar die we nog nooit ontmoet hebben, en over wie de herinnering in onze mind niet gekleurd is met aantrekking, noch met aversie. Het betekent simpelweg dat het beeld van die mensen in onze mind is opgeslagen, maar dat het neutraal is, niet gekleurd.
Het ontkleuren van je gedachten: Stel je voor hoe fijn het zou zijn als je dit proces van kleuring zelf zou kunnen reguleren. Dan zouden we, als er een aantrekking of een aversie is, deze innerlijk kunnen ontkleuren, om daarmee vrij te zijn van zijn grip (of we zouden dat kunnen verzwakken). Dit wordt gedaan als een onderdeel van het proces van meditatie. Het heeft niet alleen voordelen in onze relatie tot de wereld, maar het zuivert ook de mind zodat diepere meditatie ervaren wordt.
Ik-heid is nodig voor de anderen: In relatie tot afzonderlijke gedachtepatronen, is de kleuring van ik-heid noodzakelijk voor de kleuringen van aantrekking, aversie en angst om enige macht te hebben. Dus wordt de ik-heid zelf gezien als een kleuringsproces van de gedachten. De oefening is het getuigen van deze Asmita (ik-heid) en hoe het zich verhoudt tot gedachtepatronen.
2.7 Gehechtheid (raga) is een afzonderlijke modificatie van de mind, die het opkomen van een plezierige herinnering volgt, waar dan de drie modificaties van gehechtheid, plezier en de herinnering van het object of de ervaring met elkaar geassocieerd worden.
sukha anushayi ragah
sukha = plezier
anushayi = sequentiële aantrekkingskracht tot, samengaan met, volgt met, met het resultaat, rustend op
ragah = gehechtheid, verslaving
Als er eenmaal het primaire vergeten is (Avidya) en als de individualiteit (Asmita) opkomt, dan ontstaat de mogelijkheid tot gehechtheid, ofwel Raga.
Het is niet dat “ik” gehecht ben.
Intengedeel, de gedachte is gekleurd.
En vervolgens identificeert de “ik” zich met de gedachte.
Gehechtheid is een obstakel, maar is niet slecht: Raga is geen morele kwestie; het is niet “slecht” dat er gehechtheid is. Het lijkt erop dat het een onderdeel is van hoe het universum is opgebouwd en hoe alle levende wezens zijn samengesteld, inclusief mensen.
Mate van kleuring: Waar we in de problemen komen met gehechtheid is de mate van kleuring. Als de kleuring sterk genoeg wordt om ons zonder remming te overheersen, dan zouden we dat in psychologische zin verslaving of neurose kunnen noemen.
Meester worden: In de spirituele oefeningen willen we meester worden over de gehechtheden. Tijdens meditatie willen we in staat zijn om de gehechtheden te laten gaan zodat we de Waarheid gaan ervaren die dieper ligt, of aan de andere kant van de gehechtheid.
Gehechtheid is een natuurlijke gewoonte van de mind: In het proces van getuigen willen we bewust zijn van de vele manieren waarop de mind gewoonlijk gehecht raakt. Als je dit als een natuurlijke activiteit van de mind ziet, dan is dat veel makkelijker om het te accepteren, zonder te voelen dat er iets mis is met je eigen mind. De gewoonte van de mind om te hechten kan zelfs grappig worden, je doen glimlachen, omdat je meer en meer vrij wordt van de gehechtheid.
Getuigen is noodzakelijk voor meditatie: In relatie tot afzonderlijke gedachten is gehechtheid één van de twee kleuringen, naast aversie, die het makkelijkst te zien zijn. Het getuigen van gehechtheden en aversies is een noodzakelijke vaardigheid om te ontwikkelen voor meditatie. Het in staat zijn om de reeks van gedachten te laten gaan, is gebaseerd op het solide fundament van het zien en labelen van afzonderlijke gedachten als zijnde gekleurd met gehechtheid.
2.8 Aversie (dvesha) is een modificatie die voortkomt uit lijden geassocieerd met een herinnering, waar dan de drie modificaties van aversie, pijn en de herinnering van het object of de ervaring met elkaar geassocieerd worden.
dukha anushayi dvesha
dukha = pijn, verdriet, lijden
anushayi = sequentiële aantrekkingskracht tot, samengaan met, volgt met, met het resultaat, rustend op
dvesha = afkeer of weg duwen, haat
Aversie is een vorm van gehechtheid: Aversie is eigenlijk een andere vorm van gehechtheid. Het is wat we mentaal proberen weg te duwen, maar dat wegduwen is ook een vorm van verbinding, net zozeer als gehechtheid een manier is van het naar ons toetrekken.
Aversie is simpelweg een andere vorm van gehechtheid
Aversie is normaal onderdeel van de mind: Dvesha lijkt in feite een normaal onderdeel te zijn van het universele proces wanneer we een precaire mentale balans opbouwen tussen de vele gehechtheden en de vele aversies.
Aversie is zowel oppervlakkig als subtiel: Het is belangrijk om in gedachten te houden dat aversie heel subtiel kan zijn en dat die subtiliteit zich kan openbaren tijdens diepere meditatie. Echter het is ook behoorlijk zichtbaar op het meer oppervlakkige niveau. Het is hier, aan het oppervlak, dat we kunnen beginnen met het proces van getuigen van onze aversies.
Aversie kan makkelijker zijn om op te merken dan gehechtheid: In relatie tot afzonderlijke gedachtepatronen, is aversie één van de twee kleuringen die naast gehechtheid het meest makkelijk gezien wordt. Aversie kan eigenlijk nog makkelijker opgemerkt worden dan gehechtheid, omdat er vaak een emotionele reactie is, zoals boosheid, irritatie of angst. Zo’n emotionele reactie kan mild of sterk zijn. Vanwege deze verschillende reacties, die zich uiten via sensaties in het fysieke lichaam, kan dit onderdeel van getuigen heel gemakkelijk gedaan worden tijdens het dagelijks leven, als ook tijdens meditatie.
Afzwakken van kleuringen: Voor het proces van afzwakken van kleuringen is de volgende sectie van belang. Om dit proces van afzwakken te volgen, is het nodig eerst bewust te worden van kleuringen, zoals aversie en gehechtheid. Door het afzwakkingsproces kunnen we geleidelijk aan werkelijke een getuige worden van de volledige stroom van het denkproces. Dit legt het fundament voor diepere meditatie.
2.9 Zelfs voor de geleerden, is er een ononderbroken, stabiele stroom van liefde voor de voortzetting én de angst voor beëindiging—of dood, van deze gekleurde modificaties (kleshas).
sva-rasa-vahi vidushah api tatha rudhah abhiniveshah
sva-rasa-vahi = stroomt op zijn eigen momentum (sva = eigen; rasa = neiging, momentum, potentie; vahi = stromen)
vidushah = in de geleerde person of wijze
api = zelfs
tatha = op dezelfde manier
rudhah = stevig gevestigd
abhiniveshah = weerstand tegen verlies, angst voor de dood van identiteit, verlangen naar continuïteit, vastklampen aan het leven van
Als eenmaal de balans tussen de vele gehechtheden en de aversie is bereikt, samen het fundament van ik-heid en spirituele onwetendheid, ontstaat er een natuurlijk verlangen om de dingen te houden zoals ze zijn.
De weerstand om de delicate balans tussen de valse identiteiten te verliezen wordt angst voor de dood van die identiteiten genoemd
Angst voor verandering: Er is een weerstand en angst die opkomt met de mogelijkheid om de huidige situatie te verliezen. Het is als een angst voor de dood, hoewel het niet alleen de dood van het fysieke lichaam betekent. Deze angst wordt vaak niet bewust ervaren. Het is gebruikelijk voor iemand voor wie meditatie nieuw is om te zeggen “Maar ik heb geen angst!”. Dan, na enige tijd, rijst een subtiele angst, als men meer bewust wordt van het innerlijke proces.
Angst is natuurlijk: Dit is absoluut niet de bedoeling om proberen angst te zaaien bij mensen. Integendeel, het is een normaal onderdeel van het proces van het uitdunnen van de dikke deken van gekleurde gedachtepatronen. Er is een erkenning van het laten gaan van onze onbewust gekoesterde gehechtheden en aversies. Wanneer meditatie liefdevol en systematisch wordt beoefend, dan wordt deze angst minder als een obstakel gezien.
De yogasutras en hun woord voor woord vertaling zijn met toestemming vertaald van www.swamij.com