Bhagavad Gita… 8) Kennis van het Eeuwige

INTRODUCTIE | Het beoefenen van de YOGA van de Bhagavad Gita
HOOFDSTUK 1 | Arjuna’s Moedeloosheid
HOOFDSTUK 2 | De Weg naar Zelfkennis
HOOFDSTUK 3 | De YOGA van Actie
HOOFDSTUK 4 | Kennis van het Afstand doen van Vruchten
HOOFDSTUK 5 | Kennis van Renunciatie en Actie
HOOFDSTUK 6 | Het Pad van Meditatie
HOOFDSTUK 7 | Kennis van het Absolute in zijn Volledigheid
HOOFDSTUK 8 | Kennis van het Eeuwige
HOOFDSTUK 9 | Kennis van het Koninklijke en Geheime Pad
HOOFDSTUK 10 | De Glorieuze Manifestaties van de Meester
HOOFDSTUK 11 | Yogisch Visioen
HOOFDSTUK 12 | De YOGA van Devotie
HOOFDSTUK 13 | Kennis van het Veld en de Kenner
HOOFDSTUK 14 | De Diepgaande Kennis van de Drie Gunas
HOOFDSTUK 15 | De Eeuwige Boom van het Leven
HOOFDSTUK 16 | De Lotsbestemming van de Verlichte Meesters en van de Onwetende
HOOFDSTUK 17 | Drie Manieren van Overtuiging
HOOFDSTUK 18 | De Wijsheid van Renunciatie en Bevrijding

EXTRA:
De 3 GUNAS zoals beschreven in de Bhagavad Gita | ALLE VERZEN

PDF “Het beoefenen van de YOGA van de Bhagavad Gita”
PDF “Schema van 3 GUNAS”

HOOFDSTUK 8 – Kennis van het Eeuwige

Arjuna zei

1. Wat is deze Brahman? Wat is het spirituele Zelf (Adhyatman)? Wat is karma, O Hoogste der Personen? Waaraan refereren Adhibhuta en Adhidaivata?

2. Hoe en op welke manier is Adhiyajna hier in dit lichaam, O Vernietiger van Madhu? En hoe moeten wij, als we het zelf bemeesterd hebben, U kennen, op het uur van heengaan?

De Gezegende Meester zei

3. De onverwoestbare klank, OM, is de allerhoogste Brahman. Brahman dat in een individueel zelf woont wordt Adhyatma genoemd. Het proces van uitzending, wat de oorzaak is van de productie van de aspecten van levende wezens, wordt karma genoemd.

4. Adhibhuta is het vergankelijke aspect van alle levende wezen en objecten, en Adhidaivata is het pure aspect, puur Bewustzijn, Purusha, wat overal is en alle goden overstijgt. Ik alleen ben de Adhiyajna hier in dit lichaam, O Beste van de Belichaamden, de heerser over en ontvanger van alle offers. Alle offers zijn gericht naar het Zelf, dit wordt Adhiyanja genoemd.

5. Als je heengaat en je Mij herinnert op het laatste moment, zal je, na het lichaam verlaten te hebben, je identificeren met Mij; daar is geen twijfel over.

6. Welk aspect je ook maar van Mij herinnert op het moment dat je het lichaam verlaat, dat aspect bereik je, O Zoon van Kunti, vereenzelvigd en altijd verzorgd door dat aspect.

7. Dus, herinner Mij ten alle tijden, en vecht. Met je mind en intelligentie overgegeven aan Mij, zul je tot Mij alleen komen, zonder twijfel.

8. Met een mind die doorlopend bezig en verenigd is met YOGA, en nergens anders naartoe afdwaalt, contemplerend op de Allerhoogste, Goddelijke Zelf, ga je naar Dat, O Zoon van Pritha.

9. Als je contempleert op Dat, dat de meester van intuïtie is, de Aloude, de gever van alle geboden, dat nietiger is dan het nietige, dat alles onderhoudt, wiens vorm voorbij het denken is, dat de zachte licht-schakering van de zon heeft, dat voorbij donkerte is,

10. Als je op het uur van heengaan, met een onbeweeglijke mind, vol van devotie en met de kracht van YOGA, de prana op de juiste wijze tussen de wenkbrauwen binnen laat gaan, dan wordt het Allerhoogste Goddelijke Zelf bereikt.

11. Wat de kenners van de Veda kennen als Onverwoestbaar, wat degenen met zelf-controle, vrij van gehechtheden, binnentreden om het doel te bereiken waarvoor ze Brahmacharya beoefenen, dat zal Ik je kort leren.

12. Als je de deuren van het lichaam dicht doet door je ervan terug te trekken en de mind in het hart houdt, als je de prana in de kruin plaats, gevestigd bent in de concentratie van YOGA,

13. Als je OM — dit is Brahman in één onverwoestbare klank — reciteert en erop contempleert tijdens het afstand nemen van het stoffelijke bereik je de allerhoogste staat.

14. Als iemand, zonder de mind naar iets anders te richten, Mij onophoudelijk herinnert — voor die yogi, die altijd verenigd is in YOGA, ben Ik gemakkelijk beschikbaar, O Zoon van Pritha.

15. Met het bereiken van Mij, komt de groot-bezielde die de allerhoogste vervulling bereikt heeft, niet langer tot wedergeboorte, wat een vergankelijke verblijfplaats van leed is.

16. Alle werelden tot aan het rijk Brahman draaien zich keer op keer om, O Arjuna, maar met het bereiken van Mij, O Zoon van Kunti, is er geen wedergeboorte meer.

17. Mensen die dag en nacht kennen, weten dat de dag van Brahma zich uitstrekt tot duizend yugas, en dat ook de nacht zich uitstrekt tot duizend yugas.

18. Alle gemanifesteerde entiteiten rijzen op uit het ongemanifesteerde met het opkomen van de dag, en met het opkomen van de nacht lossen ze op in dat wat het ongemanifesteerde wordt genoemd.

19. Deze opeenhoping van levende wezens en elementen, die keer op keer geboren worden, lost vrij hulpeloos op met het opkomen van de nacht, O Zoon van Pritha, en het wordt weer geproduceerd met de opkomst van de dag.

20. Maar voorbij die oorspronkelijke ongemanifesteerde Prakriti is een andere eeuwige Ongemanifesteerdheid die niet vergaat als alle levende wezen vergaan.

21. Deze ongemanifesteerdheid wordt de onverwoestbare klank genoemd waarvan gezegd wordt dat het de hoogste staat is, en dat als dit verkregen wordt zij, de wezens en elementen, niet langer terugkeren naar de wereld. Dat is Mijn allerhoogste verblijf.

22. Dat is het allesoverstijgende Zelf (Purusha), te bereiken door volledige toegewijde devotie naar Dat, waarin alle wezen verblijven en waarmee alles omspannen en doordrongen is.

23. Over de tijd van heengaan, het moment waarop bepaald wordt of de yogis terugkeren of niet terugkeren, over dat moment zal Ik je vertellen, O Stier onder de Bharatas.

24. Vuur, licht, de dag, de wassende maan, de zes maanden van de noordelijke zonnestand — vertrekkend in die periode, gaan de mensen die Brahman kennen, naar Brahman.

25. Rook, nacht, de afnemende maan, de zes maanden van de zuidelijke zonnestand — hier behalen de mensen, die deze weg op dat moment nastreven, slechts het maanlicht en deze yogi keert terug.

26. Van deze lichte en donkere wegen van de wereld wordt gezegd dat ze eeuwigdurend zijn. Bij de een keer je niet meer terug, en bij de andere wel.

27. Door deze twee paden te kennen, is geen yogi ooit verward. Daarom, O Arjuna, wees verenigd in YOGA te allen tijden.

28. De vrucht van verdienste die verkregen wordt bij het bestuderen van de Vedas, de offeranden, de ascetische inspanningen, en liefdadigheden — de yogi, die dit allemaal weet en ze passeert, bereikt de oorspronkelijke en allerhoogste vrede.

En daarmee eindigt het achtste hoofdstuk, waarin de kennis van het eeuwige is uitgelegd.